We hoorden zojuist hoe Jezus zich vergeleek met een deur en hoe er sprake was van naar buiten gaan en naar binnen gaan via die deur. In deze coronacrisis hebben we allemaal te maken met deuren die al dan niet gesloten zijn en waar we al dan niet naar binnen of naar buiten kunnen gaan. Een open deur, naar buiten en naar binnen, is inderdaad een belangrijk symbool voor onze vrijheid, onze bewegingsvrijheid, onze vrijheid om ons leven een bepaalde invulling te geven. We worden in die vrijheid op het ogenblik helaas allemaal gehinderd, de één nog wat meer dan de ander en we zien uit naar de dag dat we onze vrijheid terug krijgen. Zeker ook nu we morgen en overmorgen vier en vijf mei gaan vieren. Bevrijdingsdag. Tja, we zijn in jaren niet zo onvrij geweest als op het ogenblik en zien met verlangen uit naar bevrijding.
Dat de lockdown weer kan worden opgeheven en dat de deuren van kerken en verpleeghuizen, café’s en restaurants, winkels en bedrijven, sportaccommodaties en noem maar op, weer open kunnen gaan. Dat we via de deur weer meer naar buiten kunnen gaan en dat we via de deur ook weer overal naar binnen kunnen gaan. Aan beiden dingen hebben wij immers behoefte. Op bepaalde momenten hebben we er behoefte aan om ergens naar binnen te mogen gaan en daar welkom te zijn, maar evenzeer zijn er situaties in het leven dat we de behoefte hebben om naar buiten te kunnen gaan, omdat we ons op een bepaalde manier gevangen en opgesloten voelen. Wanneer Jezus vandaag in het Evangelie zegt dat Hij de deur is, heeft Hij het zowel over het naar buiten gaan als het naar binnengaan. Hij heeft het zelfs éérst over het naar buiten gaan: Hij, de Herder, roept zijn schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. En als Hij al zijn schapen naar buiten heeft gebracht, trekt Hij voor hen uit.
Kennelijk is de eerste taak die Jezus heeft als Herder en ook als Deur van de schapen, dat Hij ons naar buiten brengt, dat Hij ons weghaalt uit een bepaalde situatie. Je mag dat in meest brede zin verstaan als heel de omvang van zijn verlossingswerk. Hij is gekomen om ons te bevrijden en weg te voeren uit ons gevangen-zijn in vergankelijkheid en eindigheid, verdrukking en verslaving, duisternis en dood; Hij is gekomen om ons weg te voeren uit ons opgesloten zijn in onvermogen en gebrokenheid, egocentrisme en eigenzinnigheid, in verdeeldheid en verlatenheid. Uit alle situaties die ons gevangen houden en ons verhinderen om uit te bloeien tot degenen die we bedoeld zijn, is Hij gekomen om ons te verlossen en naar buiten te voeren. Hij is de deur naar buiten. Ook in deze coronacrisis mogen we Hem dus bijzonder aanroepen om ons vóór te gaan uit deze situatie (en ook uit de oorzaken die tot deze situatie geleid hebben).
Maar Jezus is ook de deur naar binnen. Dat wil zeggen: nadat Hij ons heeft weggevoerd uit de oude, gebroken wereld, leidt Hij ons binnen in een nieuwe werkelijkheid, in de wereld van Gods Rijk. Tot ons allen zegt Hij vandaag: ik ben de deur. Door mij kun je binnenkomen in het hart van God (die je ontdekt als een Vader). Door mij kun je binnenkomen in het hart van je medemens (die je ontdekt als broers en zussen). Door mij kun je binnenkomen in je eigen hart (dat je ontdekt als een heiligdom, als een tempel, waar de Geest van God woont). Ik ben de deur. En juist in deze periode dat we minder sociale verplichtingen hebben is er extra gelegenheid om deze deur naar binnen ook binnen in onze ziel in ons biddende contact met God, extra aandacht te geven.
Omdat we deze deur, die Christus is, echter vaak vergeten of verwaarlozen, lopen we het gevaar dat we gevangen komen te zitten in onze angst en onrust, in onze onzekerheid en onmacht. Die zijn dan als dieven en rovers, zegt Jezus, die de vrede, de vreugde en de liefde uit je hart stelen, zodat we ons bestolen en leeg, bedreigd en ontheemd zullen voelen. Laten we dan de woorden van Jezus in herinnering roepen: “Ik ben de deur: wie door Mij naar binnen gaat, zal redding vinden, zal weide vinden, zal een thuis vinden, zal liefde, vreugde en vinden vinden, en zal zo leven hebben in overvloed. Ik ben de deur tot het leven in liefdevolle verbondenheid met de Vader en met je broeders en zusters.
Tot ieder van ons richt Jezus deze oproep. Ik ken ieder van mijn schapen, zegt Hij, en zij kennen Mij. Laten we luisteren naar zijn stem en de kansen zien om te groeien om in liefde voor God en de mensen. Hij roept ons allen. Tegelijkertijd roept Hij sommigen uit ons midden tot een bijzonder dienstwerk, namelijk om met hun hele leven beschikbaar te zijn voor Hem en de Blijde Boodschap. Op deze Roepingenzondag bidden we daarom speciaal ook voor die bijzondere roepingen – tot priesterschap, diaconaat en religieus leven. Zij staan – als bijzonder teken van de ene Goede Herder - in dienst van het hele Godsvolk, tot opbouw van de Kerk, opdat allen hun verbondenheid met God en elkaar nog beter kunnen beleven en hun gezamenlijk missie nog beter kunnen uitoefenen.